De put…

Deze week werkt mijn lichaam en geest niet zo lekker samen.
En die samenwerking is essentieel voor een goede functionering.
Wanneer lichaam of geest even niet kan, merk je dat gelijk.
Maar als ze beiden afwijkend gedrag vertonen…dan weet ik het ook even niet.

Nou ja…
Ik weet het wel.

Ik wil gewoon dat alles normaal gaat en dat ik nergens last van heb.
Maar dat blijkt teveel gevraagd.

Want je lichaam doet natuurlijk niet wat jij wilt.
Maar ook de omstandigheden heb je niet altijd in de hand.
En die zijn voor mij vaak bepalend.

En deze week…
Heb ik volgens mij niets in de hand.

Ik wacht op iets wat misschien wel nooit gaat gebeuren.
Mensen zeggen van wel, maar ik heb daar niets aan.
Het gaat over mij en niet over hun.
Onzekerheid en hoop.

Gek word ik ervan.
Ik voel me machteloos en hulpeloos.

Het lijkt alsof je in een diepe put bent gevallen en de randen te glibberig zijn om eruit te komen.
En wanneer je het probeert, want opgeven vind ik een vies woord, val je nog harder naar beneden.

Mijn lijf laat mij voelen hoe ik met mijn lichaam omga.
Waarschijnlijk niet goed, want het doet pijn.

Ja…
Deze week ben ik in die put gevallen.
Ik wil er zelf uit klimmen, maar het lukt niet.
Ik moet wachten.
Wachten op hulp.
Wachten tot er een touw naar beneden gegooid wordt.

Afhankelijk zijn van iemand anders en geen controle hebben over mijn eigen situatie.
Vreselijk.

Maar ik hoop dat snel het gouden koord wordt uitgegooid.
Want diep in die put…
Daar hoor ik niet.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *