Je kent het wel…
Multitasken.
Ze zeggen altijd dat vrouwen twee dingen tegelijk kunnen.
En alles tegelijk ofzo…
Ik vind het eigenlijk een heel vervelend woord.
Je zal ze vast hebben…vrouwen, maar ook mannen die meerdere dingen tegelijk kunnen.
Mij… lukt dat niet.
Is dat erg?…
Nee.
Vroeger kon ik het wel.
Of misschien dacht ik dat ik het kon.
Ik deed alles tegelijk. Ging als een wervelstorm door de dag heen.
Wat had ik eraan?
Dat alles af was aan het einde van de dag.
Was ik blij?
Nee.
In ruil daarvoor kreeg ik; gejaagdheid, irritatie, moeheid, hartkloppingen.
Kortom…
Alleen maar ellende.
De dag leek als elke andere dag.
Ik deed eigenlijk niets meer met aandacht.
Wanneer je het niet door hebt, zou je doorgaan.
Doorgaan tot je lijf aangeeft…niet meer.
Ik heb nog een plek waar het lastig is om niet te multitasken.
Het wordt min of meer van je verwacht.
En dat is op mijn werk.
Wanneer ik op mijn werk ben, kan ik nooit iets ongestoord afronden.
Ik moet mijn aandacht erbij houden en uitpluizen hoe iets in elkaar steekt.
Op dat soort momenten gaat de telefoon (honderd keer).
Hierna moet ik schakelen en mijn concentratie weer opzoeken.
Ik hoor een collega.
En vraagt me mee te denken in haar probleem.
Daarna ga ik mijn concentratie weer zoeken.
Ondertussen krijg ik pop-ups met “briljante” ideeën en oplossingen.
Voor zover het briljant is, want ik was ergens anders mee bezig.
Oké… focus.
De andere collega roep de oplossing van zijn probleem en wil dat graag even delen.
Weer telefoon.
Mijn concentratie is gevlogen.
Ik kan hem niet meer vangen.
En misschien wil ik dat ook wel niet.
Hij is de grote ruimte in gegaan en zonder mijn toestemming.
Zucht…
Ik zoek een rustig plekje.
En ik probeer het opnieuw.
Concentratie heeft mij weer gevonden.
Of…ik hem.
Binnen een korte tijd is het dan eindelijk af.
Eigenlijk gaat 1 ding tegelijk sneller dan 5 dingen tegelijk.
Thuis doe ik alles 1 voor 1.
Ik kan het niet meer vergeten.
En wanneer mijn wil, die behoorlijk aanwezig kan zijn, het toch probeert.
Merk ik aan mijn lichaam dat het niet goed is.
Ik neem afstand en maak af waar ik mee bezig ben.
Hierdoor is er aandacht voor hetgeen waar ik mee bezig ben.
Wat krijg ik er voor terug?
Ik zie meer.
Ik voel meer.
En heb rust.