In deze mooie tijd van donker, warmte, liefde en licht hebben we het vaak eerst heel erg druk.
Deze tijd eindigt vaak weer wanneer de kerstspullen op zolder staan opgeborgen.
Mijn man heeft 2 weken vakantie, net als de kinderen.
Heerlijk, zeker in deze tijd.
Maar dat hebben een hele hoop andere mensen ook.
Overal is het druk.
Iedereen is inkopen aan het doen voor de kerst.
Of dat nu eten is… of nieuwe kleren.
Iedereen wil alles perfect hebben.
Wat is die lijst met wensen dan lang.
De vermoeidheid slaat toe.
Nu we allemaal thuis zijn, ondernemen we een hoop.
De drukte voor de kerst is geweest en die krijgt nog niet de tijd om bij te komen.
Mijn man helpt mij daar waar hij kan.
Alleen…omdat ik het meestal doe, vraagt ie veel hoe iets moet.
Kinderen zijn kinderen en zijn zoals ze zijn;
Mama mag ik…
Mama ik wil…
Mama zullen we…
Mama wat gaan we…
en dan…
Papa…
Waar is mama?…
Nergens ben je nu even alleen.
Op dat soort momenten, na een drukke december maand met al zijn indrukken en zijn verschijningen, kan ik niet meer tot tien tellen.
Ik verander in een draakje dat groeit en groeit.
De draak is moe en wil alleen zijn.
En hij neemt me mee.
Even kan ik mezelf afsluiten van alles en iedereen,
uitpluggen of zoiets.
Niet bereikbaar, niet bevraagbaar.
Wat ik dan doe…
Meestal helemaal niets.
Ik luister naar de geluiden buiten het huis.
Of kijk naar de wolken die voorbij drijven.
Ik zie hoe de kale takken van de bomen dansen door de wind.
Gewoon naar buiten staren is al voldoende.
De draak is een draakje geworden.
Hij is te klein om te spuwen.
Hij zal niet gelijk weg zijn en zal aandacht willen zodat hij klein blijft.
Ik neem mijn draakje in mij mee en niet meer andersom.
Ik beloof hem dat ie klein mag blijven en dat ik daarvoor zorg.