Ik ben een van die gelukkige mensen
die fietsend naar haar werk gaat.
Op één van die dagen begin ik vroeg.
Tussen zeven uur en half acht zit ik op de fiets.
Het is nu zomer en september laat zich in alles zien.
Die ochtend stap ik op mijn fiets en de zon
is aan het opkomen.
De lucht kleurt oranje en de zon laat zijn stralen
vallen door de bladeren.
Schaduw valt waar de zon niet kan komen.
Daar vind je de spinnenwebben en het dauw in het gras.
De wind waait zachtjes door de bomen en ik zie dat
een enkel blaadje al geel kleurt.
Ik snuif de heerlijke zacht frisse lucht door
mijn neus.
Op de weg is het stil.
Er is nog niemand.
Het lijkt alsof iedereen nog slaapt.
Een enkele verdwaalde auto rolt zachtjes voorbij.
De mooie september zon verlicht alles om me heen.
Hij fiets met me mee en ik geniet van
zijn zachte stralen.
Ik ruik de bakker die zijn brood bakt.
En zie zijn mensen die bijna klaar zijn.
Voor hun eindigt de werkdag.
Voor de meeste het begin van een werkdag.
Ik ben er, mijn reis is voorbij.
Opgeladen door al het moois wat ik zag.
En de rust om me heen.
Mijn werkdag begint.
Laatst zag ik een bordje tijdens het fietsen.
Deze… past precies zoals ik het zou zeggen
over zo’n ochtend als deze.