nare smaak…

Het was op mijn werk dat ik dat telefoontje kreeg. De persoon in kwestie hing een verhaal op… en het klopte niet.
De persoon wilde zich uit een situatie praten en mij klem praten.
Als een persoon liegt kun je dat voelen.
Maar zeggen kun je dat niet.

Laten we zeggen…
Het was geen fijn persoon en een volhouder.

Hoe moet je dan een goed gesprek voeren?
~Blijven bij je feiten en niet in je emotie~

Het gesprek is goed beëindigd, maar ik heb er een nare smaak van overgehouden.

De “waarom” vragen borrelen in mij omhoog.
Maar ik weet dat ik daar geen antwoord op heb.
Of ook maar antwoord op zou moeten zoeken.

En toch…
Trek ik mij dat aan.

Die sfeer van de persoon blijft dan hangen als kleverige pudding. Alleen deze pudding smaakt naar.

Genoeg afleiding is aanwezig.
Ik wil namelijk naar huis en iedereen wil opeens wat van mij. Op mijn mobiel ontvang ik appjes die antwoord verwachten.
Tijd tikt door en ik moet echt naar huis.
Er kan iemand op de stoep staan want we hadden een wazige afspraak gemaakt en dochter is bijna klaar op school.

Op de fiets naar huis heb ik tegenwind.
Ik trap me rot en het is heel druk.
Ik erger mij aan het lawaai en aan de vele mensen.
En al hun starende ogen!
~daar zijn ze weer~

En thuis sla ik de deur dicht.
Dag drukke wereld!
DAG!
Even niemand!

Na een tijdje kan ik tot rust komen en zie ik op Facebook een filmpje.
Mensen zingen onverwachts voor hun mede passagiers; “Stand by me” van Ben E. King.

Bij het horen van het eerste couplet
lopen de rillingen over mijn rug .
Maar bij de tekst:

If the sky that we look upon
Should tumble and fall
Or the mountains should crumble to the sea
I won’t cry, I won’t cry, no I won’t shed a tear
Just as long as you stand, stand by me

Raakt het mij in de roos. Want hoe pijnlijk dingen of personen kunnen zijn…

Ik realiseer mij dat die ene persoon een uitzondering is en niet de regelmaat.

Het is het zeker niet waard om in te blijven hangen.
De wereld is, letterlijk en figuurlijk, altijd mooier dan dat je denkt.







Echt…

Ik krab mezelf achter mijn oren terwijl ik zie hoe lang het is geleden dat ik heb geblogd.

En niet bewust.

Maar elke keer dacht ik;
Oja…ik wil nog bloggen.
~en dan vloog er weer een vliegje voorbij ofzo en deed ik weer wat anders~

Jezelf tijd gunnen.
En dan niet voor schoonmaken of opruimen.

Nee.
Iets voor jezelf.

Wat je graag doet.
Waar je trots op kan zijn.
Waar je energie van krijgt (ook al denk je dat het energie kost).
Waar je blij van wordt.

Iets moois.

En dat is er echt wel.
In mijn huis heb ik alles, maar het doen is vaak lastig.
Ook iets buitenshuis staat dan zo ver weg.

Mijn hoofd, de waan van de dag neemt mij vaak mee.
Hij neemt mij mee naar dingen die moeten. Of dingen die ik denk dat zou moeten. Hij ziet altijd wat beter kan of wat ik “even” zou kunnen doen.

En geloof me… het is nooit maar “even”.

Voor je het weet ben je de hele dag aan het rennen en vliegen en is je dag voorbij.
En wat heb je dan werkelijk ECHT gedaan?

Ja…
Wat is dan ECHT?

Was het ook ECHT goed voor jou?
Had je er ECHT zin in?
Heeft het je ECHT energie gegeven?
Ben je er ECHT blij van geworden?

Als je op al deze vragen “nee” zegt…

Dan mag je jezelf afvragen of je hebt mee laten slepen, ” in de waan van de dag”.

En ja…
Ik trap er ook in.

Maar deze week niet.
Ik heb genoten van sporten, dans, ontspanning EN schrijven!

En het weekend is maar net begonnen!

Alle leuke dingen die ECHT tellen…
Kunnen ECHT wel tussendoor.





Roodkapje…

Ik weet niet goed hoe ik het moet omschrijven.
Het lijkt op afstemmen, levelen.
Om te kunnen communiceren is het handig als je dezelfde taal spreekt.
Letterlijk.
Maar ook figuurlijk.
En als er geen woorden zijn waarmee je communiceert…
Wat doe je dan wel?

Het gebeurt mij wel eens vaker.
Maar vanmorgen viel het mij weer eens op.

Ik moest even bloedprikken.
Niets spannends.
Dat doe ik 3x per jaar.

Hiervoor lag een “lab kaart” klaar bij de assistent van de huisarts. Daar aangekomen zeg ik goedemorgen tegen de assistent.

En daarna gebeurt het opeens.

Hoe zeker ik van mijn zaak was of wat ik kwam doen werd ineens heel klein.
Grote ogen, zoals de grote boze wolf, kijken mij vragend aan.

Het zijn de ogen van “er komt een vraag aan, ja vertel, vertel”.
Gek genoeg zie ik dat en zonder die woorden.

En natuurlijk is het de bedoeling dat je zegt wat je bij die receptie komt doen.

Met moeite, omdat ik alleen die ogen zie, leg ik uit dat er een lab kaart voor mij klaar ligt.
Die ogen kijken in mijn ogen als ik dat zeg.
Het is net alsof ze dwars door mij heen gaan.

Ik word nog onzekerder.

Ze vraagt mijn naam.
En dan mijn geboortedatum.
En die ogen blijven strak op mijn ogen gericht.

Ze heeft de kaart gevonden en geeft hem aan mij.
En stop hem in mijn tas.
Ik bedank en ga weg.

Onderweg bedenk ik me wat mij nu eigenlijk overkwam.
Waarom werd ik zenuwachtig?
Was ze onaardig?
Wilde ze mij bijten?
Mij opeten?

Nee…
Waarschijnlijk niet.

Wat maakt het dan zo lastig?

Het waren niet de woorden.
Maar de woorden die niet gezegd werden.

Onuitgesproken.

Het is een gevoel.
Die ogen keken recht in mijn ogen.
En in ogen kan je veel zien.

Ik zag haar zelfverzekerdheid.
En zij keek in mij.
Die combinatie maakte mij onzeker.

Of dat, wat ik zag waar was?
Geen idee.

Maar mijn gevoel was wel echt.



De zaklamp…

Deze week valt mij iets op.
En dat is mijn optimisme.
Optimisme schijnt namelijk als een zaklamp waardoor mogelijkheden gezien kunnen worden.

Tenminste…

Als ze gezien EN gehoord willen worden.

Want hoe vaak ik deze week zend.
De ontvangers ontvangen maar niets.
Geen ruis.

Nee…
Gewoon een dikke blokkade.

Want wanneer ons iets niet lukt,
iets spannend is,
iets moet veranderen,
Maar eigenlijk willen we niet.

Dan hoor ik het.

Ja maar…

Achter “ja maar” kan je je heel goed verschuilen.
Het zijn namelijk allemaal grote beren.
Je hoeft dan namelijk niets.
Alleen uit te leggen waarom iets niet kan.
Of dat jij iets niet kan.

En dat is makkelijk.

Mensen willen soms van zich afpraten.
En dat mag.
Ik luister.

Maar als je merkt dat je vaak hetzelfde herhaalt, zou je iets moeten doen.
En als je het dan aan mij vraagt…
Krijg je optimisme en mijn blikveld.

Mijn zaklamp gaat aan.
Ik laat hem schijnen.
Op iets nieuws.

Het is aan jou om te zien dat hij ergens op schijnt. Het lampje moet namelijk bij jezelf ook aan gaan.

Als je het niet wil zien, horen of een stap zet, zal er niets veranderen.

Verandering begint bij jezelf.
Een situatie of een ander verander je niet.
Wel hoe jij er mee om gaat.





Over Vlokken en gaten…

Het was een week van sneeuw, regen en wind.
En dat heb ik en velen opgemerkt.
Vooral de sneeuw.
Zo mooi wit en bedekkend.
Het verlicht de gehele omgeving en het donker kan het bijna niet winnen.

Het bedekt ook alles wat daaronder ligt.
Een wereld die er altijd al lag.
Alleen niet meer zichtbaar.
Alleen contouren.
Verblind door de schoonheid van sneeuw.

Tenminste…
Het wordt iets minder charmant als je er doorheen moet naar je werk.

Zo grillig als het weer, was het in mijn hoofd ook.
In 1 week tijd was ik 2 afspraken vergeten en een verjaardag.

Dat is mij nog nooit overkomen.

De afspraken stonden op mijn kalender en in mijn telefoon agenda.

En dan nog…
Vergeten.

Verblind door de sneeuw?
Zijn er regengaten in mijn geheugen geslagen?
Of zouden het de wolken zijn, die zo laag hangen?
Vertroebelt het mijn zicht?

Ik moest wat doen.
Wat ik gisteren gedaan heb…
Is geslapen.
Geslapen en geslapen.
Wel 10 uur in 1 nacht.

Wat is dat lekker!

Bijtanken is belangrijk.
Zeker als je zo’n week hebt.
Want blijkbaar liep het even over.
En dat is niet erg.

Als je er wat mee doet
😉




Tijdlijnen…

Waar blijft de tijd?…

Dat is iets wat je jezelf vaak af vraagt als je ouder wordt.
Dit zeg je niet als je jong bent.

Wanneer je jong bent, ga je maar door.
En tijd is met jou en jij niet met hem.
De wereld draait hard in het rond en jij loopt mee.
Dit is gewoon logisch en je merkt het vaak niet eens.

Dat zou je zeggen…

Ik denk dat dat niet bij iedereen hetzelfde is.
Maar in grote lijnen misschien wel.

Ik voelde mezelf altijd al vrij oud.
Ook toen ik zeventien was.
Tijd vond ik gewoon snel gaan.
En het tikte ongemerkt voorbij.

En dat is goed.
Het hoort zo.

Maar nu je ouder wordt ga je het ook zien.

En het zien…
Daar kan ik niet omheen.

Het zijn van die kleine lijntjes die nu nog licht zichtbaar zijn.
Lach rimpels of plezier rimpels noemen ze dat ook wel eens.

Nou…ik noem het gewoon rimpels.

Gratis?
Jazeker.
Kan je ze terug brengen?
Zeker niet.

Was het maar zo.

Het is een stempel van ouder worden.
Laat ik het maar karakter noemen.

Ik wist echt wel dat ik ouder werd (en dat is maar goed ook).
Maar het bewijs in de spiegel zien…maakt het wel erg definitief.

Het is karakter.
Daar hou ik het maar op.
En voor elke rimpel wijsheid.

Ik vraag me af…
Wat zou je voor grijze haren krijgen?



Verandering…

Ik weet het niet.
Is verandering altijd beter?
Als je het zo stelt, dan in ieder geval niet.
Het kan, zeker in het begin, lastiger zijn.
Zeker als je er geen tijd aan wil geven.

Waar ik nu tegen aan loop, voelt als een herkenning.
Heb je het net uitgevonden en ben je er blij mee, verandert het.

Zucht.

Op mijn werk hebben we een nieuw systeem.
Het oude systeem is echt weg en het nieuwe is nog niet vol op draaiend.
Het kan frustrerend zijn.
Dat je alles moet zoeken.
Niets meer automatisch gaat.
En de snelheid van je eigen kunnen lijkt gezonken in je schoenen.

Meer tijd krijg je niet.
Een dag bevat nog steeds 24 uur.
En eigenlijk heb je maar 1 keus.

Ondergaan.

Hoe meer tijd je eraan besteed.
Hoe meer je ontdekt.
Hoe sneller je het de volgende keer weet.
En de automatische piloot weer vanuit je schoenzool omhoog klimt.

Het is zoeken.
En wie zoekt, zal vinden.

Maar nu…

Wil ik bloggen.
En een update staat te branden.

Dus…
Na een aantal weken die update allang gezien te hebben, draai ik hem toch maar.

En ja hoor.
Mijn hele tekst opmaak is anders geworden!
En op dat moment barsten mijn hersens uit elkaar.

Want waar ik bang voor was, is gebeurd…
Even snel iets doen is er niet bij.

Zucht…

Ook hier gaan we.
Rust bewaren.
Het is niet erg.
Het lukt je wel.

Het is alsof je weer een sprongetje maakt zoals een baby die ook heeft.
Een verandering daagt je uit om te denken.
Om iets anders te bekijken.

Maar op zo’n moment wil ik dat niet.
Dan voelt het oude als oude gympies.
Het ging zo lekker.
Nu krijg ik nieuwe.

En die moet je ook inlopen.
En daarna…
Weet je niet beter en zitten ze weer lekker.









Met open armen…

Het jaar is weer om. Voordat je er erg in hebt glipt het in een oogwenk voorbij.
Cliché dat het is, maar het is zo.
Nieuwe ronde, nieuwe kansen.

Ik kijk terug op de week voor de kerstdagen.
Wat een periode.
Elk jaar neem ik me voor om rustig aan te doen.
Maar toch laat ik me meenemen.
In de massa en in alles wat moet en wat ik wil.
Groepsdruk?
Of gewoonte?
Normen of waarden?

Misschien van alles een beetje.

De week voor kerst was flitsend, chaotisch en snel.
Overdag gaat alles in hoge snelheid en in de avond kom je niet in slaap.
Kerstbijeenkomsten, hapjes maken voor op die bijeenkomsten, het komt allemaal tegelijk.

Weten ze wel dat je maar twee handen hebt?

En dan vraagt je jongste waarom ze dezelfde hapjes heeft als haar broer…

En toch…

Had ik dit jaar zin in de kerst.
De kerstboom stond al snel.
Kaarslicht en twinkelende lichtjes in je huis.
Het wordt er letterlijk wat lichter van.

Na die bewuste week kan ik de drukte loslaten.
En weer genieten.
En het met oudjaar achter mij laten.
Afsluiten van al het oude.
En openstaan voor het nieuwe.

Want om te ontvangen moet je wel openstaan.
En niet je rugzak al vol hebben.

Ik kijk alleen naar wat ik zou willen in 2019.
Ik wens en sta open voor ontvangst.

Moeilijke gesprekken…

Het is een alles en niets week.
Onverwachts en elke dag verrassend.
Je zou denken dat sinterklaas ze bij ons rond strooide.
Maar niets is minder waar…

Het waren geen leuke verrassingen.

De eerste dag was ook gelijk een vuurdoop.
Na echt…bijna drie jaar wilde ik alles vertellen wat mij dwarszit op de school van mijn dochter.
En omdat ik daar drie jaar over had gedaan, kun je jezelf voorstellen hoe moeilijk dat dat was.

Frustraties en emoties vlogen om mij heen.
Mijn emoties wilde uit mijn ogen, ook al had ik nog zo gezegd dat dat niet mocht.
Maar ja…
Wat wil je na drie jaar.

Tijdens het gesprek wordt ik zenuwachtig gebeld.
Na het gesprek bel ik terug.
Of ik naar de school van mijn zoon wilde gaan voor een gesprek.
Direct.
Niet erg, maar wel nodig.

Pfff.

Even schakelen en we gaan door.
Letterlijk.

Daar hoor ik wat hij “mogelijk” gedaan zou hebben.
Het kon ook per ongeluk zijn.
Ik hoor en zie het inderdaad in zijn onbevangenheid gebeuren.
Maar goed, het moet nog bewezen worden.

Mijn zoon zit er treurig bij en mijn moederhart breekt.
Hij krijgt al wel straf.

Na 2 dagen kwamen ze erachter dat het inderdaad een ongelukje was.
Het was zeker niet expres maar gewoon een beetje lomp.
En toch wilden ze hem nog 1 dag na laten blijven.

Oke, dat begrijp ik echt niet.

Gelukkig klimt mijn man in de telefoon.
En hij blijft thuis.
Klaar zegt hij!

Volgende dag belt de school van mijn dochter.
Ze heeft iets verkeerd gezegd tegen een andere klasgenoot.
Dat was niet zo leuk en begrijp deze feedback.

Zucht…
In gesprek met mijn dochter.

Terwijl ik in een verhit gesprek ben met mijn dochter gaat de deurbel.
En daar staat de moeder van het kind.
En ze is heel boos.

Daar gaan we weer.

Ik zeg dat het inderdaad niet leuk is en hoor haar stortvloed aan.
Halverwege het gesprek wordt het grimmig en moet even mijn tanden laten zien.
Want, je kan ook te ver gaan.

Daarna wordt het een normaal gesprek.
En we wensen elkaar een goed weekend.

Ja weekend.
Inmiddels is het weekend.

Je moet er maar tegenop gewassen zijn.
Moeilijke gesprekken voeren en voor jezelf opkomen.

Misschien was een stukje groei daarin nodig.

Nou…

Dan heb ik in ieder geval afgelopen week genoeg kunnen oefenen.

Muggenziften…

Soms hebben we als mens de nare gewoonten om in een spiraal te zitten.
Je zit erin en kan er niet uit.
Een spiraal vol met muggen.
Ze zoemen om je heen,
Zijn irritant,
Ongrijpbaar en laten lelijke herinneringen achter.

Het begint in het brein.
Daar is de bron.
Daar worden de muggen geboren.
En leiden hun eigen leven.

Ze planten zich voort als ze gevoed worden.
Gevoed door donkere gedachten.

Je kan je voorstellen als je veel donkere gedachten hebt, de honger van de muggen alsmaar erger wordt.
Het is een honger die amper gestild kan worden.

Je irriteert je.
Niemand doet het goed.
En alleen jij…

Ja…

Muggenziften dus.

Als je afgeeft als rode kleren dat doen die voor het eerst gewassen worden.
Dan is het tijd voor zelfinzicht.

Tijd om de muggen los te laten.
En jezelf te bevrijden.

Je niet laten meeslepen door het leven, die niet altijd rooskleurig is.
En je niet laten tekenen door wat je overkomt.
Het is zoals het is en het komt zoals het komt.

Gelukkig schijnt de zon buiten volop.
De gouden bladeren van de bomen vallen naar beneden.
Zoals het spiraal rond draait, laten de bomen los.
De gouden bladeren.
Zodat het geen ballast wordt voor een nieuw begin.