Iejoor…

Ja wat kan ik zeggen… Vandaag is echt een dag die beter maar snel voorbij kan gaan.

En hij begon nog zo mooi…

Vandaag is mijn vrije dag. Ik had besloten om nog voor het ontbijt eens lekker een uurtje te fietsen. Nou en dat was toch eens lekker wakker worden. De wind blies mij tot de helft van mijn route en hierdoor kon ik rustig genieten. De tweede helft moest ik het zelf doen en de wind was recht in mijn gezicht. Hij hield mij behoorlijk lang op mijn route. Maar ik kan niet anders zeggen dat we samen een mooi spel hebben gespeeld.

Tevreden van de inspanning ga ik aan een kopje thee en yoghurt.

Hierna ging het alleen maar bergafwaarts.

Ik erger me aan van alles. Het slechte donkere weer, een onvoldoende van zoonlief, pubergedrag van dochterlief. Het is allemaal onder 1 dak en schuilen kan niet.

Verbergen voor de realiteit is niet mogelijk en je moet het er mee doen. Maar het lukt me vanmiddag niet.

Ken je Iejoor uit Winnie de Poeh?

Die ken ik ook.

Van het einde van de ochtend tot halverwege de middag voel ik mij een stekelvarken. Ik hou mijn stekels scherp en laat ze duidelijk zien. Met een onzichtbaar schild hou ik iedereen op een verre afstand.

Maar daaronder zit natuurlijk iets anders.

Iejoor.

Ik merk aan mezelf dat mijn stekels er niet meer zijn en er een Iejoor tevoorschijn komt. Iejoor is pessimistisch, somber en het lijkt alsof hij zwaar depressief is.

Eigenlijk vind ik hem gewoon heel zielig.

En toch is hij ook heel lief.

Ik kijk naar buiten, het regent en het is donker aa n het worden. De mooie sneeuw is weg en de lucht is grauw.

Het is tijd om Iejoor achter te laten en weer verder te gaan. Dit gaat niet altijd makkelijk en soms duurt het een nachtje.

Opstopping…

Van al dat thuiswerken en thuis zitten zou je denken dat je veel kunt uitrusten. En gedeeltelijk is dat echt zo. Ik vind het fijn om niet perse mijn haar te doen voordat ik ga werken. Er is namelijk niemand die dat ziet. Of dat ik gewoon de hele dag in een joggingpak kan werken omdat ik daar zin in heb. En in een overleg via online meeting zie je zelfs DAT niet.

Af en toe kijk ik naar een potje nagellak. Ik heb hem zelfs al klaar gezet in de douche. En elke keer blijft het bij kijken en denk ik… neh…

Maar af en toe ga je er toch uit. En gelukkig maar. Anders zou je jezelf echt kunnen verslonzen.

~ik in ieder geval wel~

Alleen omdat je nu zo vaak thuis bent, heb je een ander leefpatroon. Ik kan niet zeggen dat het ideaal is, met vier personen in huis. Maar we overleven het. En dat andere patroon is nu bij mij geland. Het staat in een zeer veilige omgeving en iedereen weet zijn route.

Van de week ben ik wat meer afgeweken van dat patroon en heb gemerkt dat het veel prikkels met zich meebrengt.

Ik was een halve dag op het werk en daar kwam ik wat collega’s tegen die ik al een tijd niet had gezien. We hebben hard gewerkt en veel gepraat. Alleen zoveel woorden achter elkaar ben ik niet meer gewend. Ik merkte dat de woorden op een gegeven moment niet meer binnen kwamen. Een soort van storing in mijn hersenen. Of beter gezegd, de woorden die via mijn oren binnen kwamen, konden niet meer worden verwerkt. Ze duwden en duwden omdat er steeds meer woorden bij kwamen. Ik werd er een beetje wanhopig van.

Een time-out is dan even noodzakelijk om mezelf te herpakken.

Gelukkig bestaat er iets als een WC. Daar ben je even (zeker weten) alleen.

Na het werk moest ik nog wat boodschapjes doen en daarna had ik weekend.

‘S avonds ben ik helemaal gesloopt. De woorden, de prikkels, alles wat ik had gehoord en gezien is verwerkt. Mijn lichaam staat in de spaarstand en de accu moet dringend worden opgeladen.

Tijdens een gezellig filmpje en een snack val ik na een half uur al in slaap.

Het voordeel van veel thuis zijn is dat je zelf je prikkels kunt bepalen. Het is immers je eigen omgeving. Mijn nadeel is dat ik hieraan ga wennen en de dagelijkse (externe) prikkels niet goed kan opvangen of doseren.

Practical Dancing…

Ik dans heel graag. Maar dan wel op muziek die ik echt mooi vind. In mijn sportschool geven ze zumba. Gelukkig niet de normale zumba, deze heeft echt goede ritmische muziek.

Als ik daar dans word ik blij. Opgetild door de muziek die mij als een veertje laat bewegen op de maat van de muziek.

Bewegingen die je normaal gesproken niet zou maken of het liefst niet zichtbaar maakt voor anderen. Maar als ik daar dans…

Dan dans ik.

En toen kwam de lockdown.

Pats.

Alles (weer) dicht.

Ik ging best vaak en nu… Is de muziek weg. Want dit kun je niet thuis doen. Alles is zo anders. Het is de muziek, de ruimte, de lichten, de mensen, de gelijkgestemden waar je enthousiast van wordt.

Vorige week kreeg ik een berichtje van “mijn zumba juf”. Of ik mee wilde dansen in een filmpje voor de sportschool op hun pagina.

Nou…

Daar hoefde ik niet over na te denken.

Ja, natuurlijk!

Normaal gesproken zou ik dit zo spannend hebben gevonden. Of dat ik niet zo goed zou durven. Maar nog een kans om te dansen…

Ik was vereerd.

Dat mijn rug op dat moment aan diggelen lag, had ik maar even niet genoemd.

Na heel veel stretch oefeningen en paracetamols ging het elke dag beter. En op de dag van het filmpje ging het redelijk goed. Op een paar bewegingen na.

Ik heb gedanst en was in een andere wereld. Dit was mijn danswereld. Mijn uurtje van ‘niets aan je hoofd hebben’ en alleen te bewegen op de maat van de muziek. Met heel mijn hart.

Wat had ik het gemist.

Na de les zweefde ik naar buiten en heb de hele avond de veertjes onder mijn voeten gevoeld.

Lost of things…

Je lijkt iets kwijt te zijn. Of is de wereld iets verloren? Af en toe snap ik het gewoon niet meer. Wat is er aan de hand? Kom ik dan echt van die andere planeet?

Het zijn gevoelens waar ik in deze tijd niet graag over praat of schrijf. Ik was al gewend dat ik niet altijd alles kon vertellen aan iedereen. Want ik ben graag eerlijk en vertel hoe ik iets voel. Maar vaak zit daar niet iedereen op te wachten.

Soms lijkt het net alsof mensen willen dat je met ze meepraat en niet jouw inzicht willen horen. Zeker niet jouw verhaal. Dan hebben ze ineens geen tijd of aandacht. Ze doen dan net alsof ze luisteren, maar ik voel dat het koord verbroken is en dat de aandacht van een ander liever speelt met zijn of haar eigen gedachten.

Prima.

Soms vertel ik het dan toch snel in een korte versie. En soms ben ik dan klaar met het gesprek.

Tenminste… Met mijn gesprek.

Met wat nu in de wereld leeft, lijkt niet alleen een virus. Het lijkt meer op een monster die in de kast van ieder huis woont. Het monster lijkt veel invloed te hebben op het gedrag van de mensen. En ze zien alleen het monster.

Sommige mensen hebben geen monster in de kast of leven ermee samen. Anderen begrijpen dat niet, want het monster bestaat en daar moet je bang voor zijn. De discussie of je nu wel of niet een monster in je kast hebt of dat je ermee samenleeft lijkt een nieuw monster te creëren. Maar dan tussen de mensen in. En tegenover elkaar. Het steekt ogen uit en prikt gevoelens lek.

We zijn iets kwijt en dat ligt niet in de kast.

Het ligt gewoon naast ons. Door te kijken en in te leven in de ander. Laten we de vergeten mensen weer hun stem teruggeven. Kinderen te geven wat ze hadden. En monsters erkennen, maar geen hoofdrol geven.

Geaaid worden…

In twee verschillende werkdagen heb ik twee totaal andere ervaringen gehad. Het lijkt niet zo bijzonder, maar het zijn ervaringen die je toch ietsjes aandacht mag geven.

Ik vind mijn werk leuk en heb leuke collega’s. Natuurlijk hebben we wel eens wat, maar dat is in een goed huwelijk ook. Afgelopen vrijdag had ik een gesprek met een collega. En dit gesprek verliep niet helemaal lekker. Ik merkte aan mijn emoties dat ik blijkbaar ergens last van had.

Ik heb nog wel eens de illusie dat ik de huid van een olifant heb. Ik verzeker mijn collega’s dan ook dat ik echt wel ergens tegen kan en dat ze niet voorzichtig met mij hoeven te zijn.

Op dat moment voelt dat dan ook echt zo. Knap he.

Nou…

Die woorden kan ik in ieder geval goed uitspreken.

Want in dat gesprek, kwamen de woorden en zinnen uit de mond van die onbewuste collega rechtstreeks in mijn bloedbaan.

Wat nou “dikke huid”.

En ik vond er ook gelijk echt wat van. Er zat blijkbaar al wat te “pratten” en dit is het risico van niet praten. Maar ook zeker je voordoen, wie je werkelijk niet ben.

Eigenlijk ben ik een klein muisje met af en toe een grote mond die bij de kudde olifanten wil horen.

~Ik blijk toch af en toe geaaid te willen worden~

Zucht.

Blijkbaar voelen mensen ook wel aan hoe je een beetje in elkaar steekt. En dat brengt ook mooie gesprekken op je pad. Vaak help je mensen, gewoon door te luisteren. En te zijn wie je bent.

Met mijn muizenoortjes heb ik vandaag met veel aandacht geluisterd. Geluisterd naar de collega’s die het even nodig hadden. Het is fijn om er even te kunnen zijn voor diegene. Aandacht voor het verhaal en het gevoel.

Zo zie je maar.

Iedereen wil af en toe geaaid worden. Een beetje liefde en aandacht doet groeien, ook als je het geeft.

De laatste dag…

Het is al schemer aan het worden. We gaan de laatste avond van het jaar in. Toch nog even schrijven als afsluiter van het jaar. Want dat kan nog 1 keer in dit jaar.

Het jaar nog even overdenken en dat is natuurlijk altijd veel. Dit jaar was ontzettend bijzonder voor ons allemaal. Niet leuk bijzonder helaas.

Vandaag lees ik veel treurige berichten over wat men heeft meegemaakt in het afgelopen jaar. Het is goed om je dat te herinneren. Maar het raakt je ook weer en de toekomst is nog heel onzeker en flinterdun. Dit kan je onzeker maken of zelfs bang.

Maar oude zaken en gemiste kansen in het oude jaar gaan niet ineens weg. Die oude zaken leggen een fundering. Een fundering die je misschien net even nodig had om die gemiste kans nu wel te pakken. Of het lef om iets nu te doen en niet meer uit te stellen.

Eigenlijk is het vieren van oud & nieuw voor velen een meetmoment. We staan echt eens goed stil bij wat geweest is en wat mogelijk gaat komen.

Dromen en wensen worden uitgesproken of nieuwe worden gemaakt.

Het geeft ook weer hoop.

Goede voornemens heb ik elke dag. Dus morgen is dit niet anders dan gisteren. Elke dag probeer ik het beste ervan te maken en lief te zijn voor mezelf en voor mijn dierbaren. Een vriendelijke glimlach voor een vreemde en trouw te blijven aan wie ik ben.

Mojo…

Zeg het maar… Zou het toch aan het weer liggen? Of de donkere dagen voor kerst? En daarna nog meer donkere dagen? Want de vooruitzichten zijn niet al te best. Wat is het waarom ik nergens zin in heb.

Niet dat er nu veel te doen is…

Maar ik heb ook gewoon geen zin. Er komt niets uit mijn handen. Ideeën zijn er wel, maar ze liggen diep gezonken in de diepte van de zee. Iets houdt ze vast of ze hebben gewoon geen zin om aan de oppervlakte te komen.

Ik heb zelfs geen zin om ze eruit te vissen.

Ik ben anderhalve week vrij van het werk. Wat had ik daar zin in. Kerst was anders dit jaar, net als voor zoveel mensen. Toch hebben we het heel leuk en gezellig gehad. Het geeft ergens ook wel rust dat je niet kunt doen wat je normaal gesproken zou doen.

Maar vandaag moest ik wel even zuchten. De hele week zit je overdags met een lamp aan in de woonkamer. Het is gewoon zo donker buiten. En hang maar een beetje in het rond.

Je zou denken dat je door al die rust je Mojo wel kunt vinden. Maar mijn Mojo laat zich niet zien.

Ik heb daar last van.

Waar is mijn “Drive”. Mijn “Wil” en “Stip op de Horizon”?

~Ik denk dat ze met zijn drieën aan het kaarten zijn op de Stille Oceaan~

Ik voel me zielig en zie alles heel dramatisch. Een lichtelijke midlife crisis komt in luchtbelletjes naar boven borrelen. En denk aan al die mensen die van alles bereikt hebben. Ook de mensen die ik niet ken. Maak ik wel iets af? Kan ik het allemaal wel?

Die rust geeft mij teveel tijd om na te denken.

We gaan wandelen in het bos en praat erover. Mijn man houdt mij een spiegel voor en na een tijdje borrelen mijn zielige luchtbelletjes niet meer.

Even je hoofd leegmaken helpt.

Ik laat het maar toe.

Drive, Wil en Stip op de Horizon hebben het gezellig op de bodem van de oceaan. Ik denk dat ze ook even rust nodig hadden.

Het kaartspel zal eens vervelen en dan…

zal Mojo ze vinden.

De glimlach…

De dagen zijn kort en de zon laat zich bijna niet zien. Thuis lig ik als een cocon opgerold op de bank onder een dekentje. Daar zou ik het liefst willen blijven liggen tot de zon weer gaat schijnen. Wachten tot het leven weer meer kleur krijgt en levendiger wordt.

Gelukkig schijnen de kerstlichtjes in huis. Ze twinkelen in het rond. ZIJ lijken blij en vrolijk. Een groot meer van zelfmedelijden en frustratie ligt op de grond.

Ik werp mezelf van de bank.

Genoeg.

Naar de bakker en lekker met de fiets. Even trappen en wapperen in de wind.

Onderweg haal ik een echtpaar op de fiets in. De man gaat ineens mijn kant uit, terwijl ik inhaal. Moeilijke capriolen moet ik uithalen om niet tegen hem aan te botsen. Ik zucht inwendig heel diep om hier niets van te zeggen of te vinden. Terwijl ik de bocht fiets, wordt ik ingehaald door een auto. Een tegenligger die dit niet in een bocht verwacht schrikt. Ik trek mijn stuur nog verder naar de kant. Dit fietsrondje werkt niet echt voor mijn humeur en wil mezelf herpakken, maar het lukt niet.

Een boze uitdrukking verschijnt en wil zich vestigen op mijn gezicht.

Ik sla het fietspad op en er fietst een vrouw mij tegemoet. Ze weet niets van wat je zojuist hebt ervaren, wie je bent of hoe je je voelt. Ze glimlacht vriendelijk met haar hele wezen. Ik glimlach vriendelijk terug en mijn kern wordt meteen geraakt.

Met een grote glimlach fiets ik verder. En denk daar over na.

Ze gaf iets heel simpels, maar ik had het net nodig. Een gevoel van verbinding, een lief gebaar. We zijn allemaal mensen en we staan min of meer in hetzelfde schuitje. Een beetje liefde en aandacht voor elkaar kan een wereld veranderen.

Bij de bakker word ik door een vriendelijke verkoopster geholpen. Ik maak een kort praatje en stap met een zonnetje op de fiets.

Of de zon nu echt heeft geschenen, weet ik niet meer. Maar die glimlach verlichtte mijn hele wereld, al was het maar voor die dag.

Vriendelijkheid geef je door en het kost niets. Het maakt jouw dag mooier en die van een ander ook.

Oogjes dicht en snaveltjes toe…

Afgelopen dinsdag zat ik al vroeg in de trein. Het was donker en regenachtig. Sinds een paar weken zit ik op een cursus voor het werk. De cursus is interessant en er komt veel voorbij wat ik ooit heb geleerd, maar nooit nodig had. Tijden veranderen en die kennis en verdieping heb ik nu nodig. Stiekem heb ik altijd een onverzadigbare honger naar kennis gehad. Heerlijk om alles te eten…uh weten 😉

Mijn radertjes draaien overuren en ik schrijf driftig op wat ik niet wil vergeten. Ik maak gelijk een overzichtje, een tabelletje en aantekeningen om te bewaren.

~Eigenlijk lijk ik wel het beste kind van de klas~

Nou…

Afgelopen dinsdag had ik een ietsjes minder goede dag.

We krijgen les van een aardige man, die ontzettend veel weet en daarom ook veel verhalen vertelt. Ik hang aan zijn lippen en de woorden blijven rollen uit zijn mond. De toon hypnotiseert mij en af en toe glimlach ik. Zo lijkt het alsof ik nog weet waar het over gaat.

Maar de werkelijkheid ligt iets anders. Mijn gedachten liggen ver verzonken.

Want terwijl ik zo zit te luisteren en uit het raam kijk naar de grauwe lucht, valt mij zijn stem op.

Meneer de Uil.

Die stem kluisterde mij vroeger aan de buis. Een monotone stem die hele spannende verhalen kon vertellen. In geuren en kleuren keek ik naar alle gebeurtenissen van het dierenbos.

Als ik dat nu zou terug kijken, zou ik het vast niet snappen.

En net als de fabeltjeskrant vlak voor bedtijd van onze “lieve kijkbuiskinderen” werd uitgezonden, ging bij mij ’s middags een lampje aan en een stekkertje uit.

Af en toe kom ik bij en hoop ik dat hij niets aan mij vraagt. Ik heb namelijk geen flauw idee waar ze het over hebben.

Ik glimlach naar de leerkracht en hij houdt zijn boek vast, net als meneer de Uil.

Op dat moment hoop ik dat de middag gauw voorbij is.

In het oog van de storm…

Sinterklaas is vandaag weer uit het land. En de kerstman staat weer te popelen om zijn licht, warmte en cadeautjes rond te brengen. Ik kan je vertellen…

~ik heb er meer zin in dan ooit~

Vandaag gaan we het huis in kerstsfeer brengen. Dit doe ik altijd pas na de sinterklaas. De dozen staan al klaar en gisteren vroeg mijn zoon al of hij mee mocht helpen. Vanochtend was mijn dochter al vroeg beneden en vroeg natuurlijk ook of ze zo mee mocht helpen.

Toen kreeg ik ‘flashbacks’.

Want mijn twee kinderen willen vaak allebei tegelijk helpen. En met dit kun je dat niet om de beurt doen. Ga jij maar eens een jaar wachten…

Alle dozen worden dan tegelijk uitgepakt. In de ene doos zitten nog mooiere spulletjes dan in de andere doos. De kinderen willen alles tegelijk laten zien en overal neerzetten of ophangen.

Ik heb iets meer tijd nodig.

Het begint al een paar dagen van te voren in mijn hoofd. Waar moet de boom staan, hoe staat dit en waar zou dat. Voorbereiding zeg maar. Net als het rijzen van het deeg, duurt het gewoon even voordat je een mooi resultaat kunt hebben. Maar dan moet je het nog maken. Want net als een deeg dat goed is gerezen, moet je het nog goed kunnen bakken.

En dat is met je huis in kerstsfeer brengen ook. Dus ik wil de regie 😉 De kinderen zijn op dat moment de storm die door je huis heen raast. Dat begrijp ik ook. Alleen laat ik me meeslepen in die storm en waai ik alle kanten op.

Nadat al mijn energie is weggeblazen, heb ik 1 geluk. Kinderen zijn gauw iets zat. Dus terwijl de klus nog niet geklaard is, druipen ze af. Een catastrofe aan spulletjes die niet mooi genoeg waren, snippertjes en glittertjes op de grond. En mag ik het afmaken en opruimen.

~Dan voelt het toch wel als een hele klus~

Het schijnt dat het in het oog van de storm rustig is. Misschien moet je daarin je plekje veroveren. Door de storm heen worstelen en rustig afwachten tot hun het zat zijn. Dan blijft er genoeg rust en energie over om de kerstsfeer en kerstgedachte af te maken.