De schildpad en de haas…

Of ik in een kwartier een blog kan schrijven? Ik denk het wel. Is het dan perfect? Waarschijnlijk niet.

Maar dit mag geen reden zijn om het niet te doen.

Snelheid doet mij ineens denken aan het verhaal van de schildpad en de haas. Het blijkt dat snelheid niet perse goed schijnt te zijn. En voor mij klopt dat. Mijn eigen tempo is het juiste. En dat is soms snel en een beetje meer soms, trager.

We hebben allemaal een schildpad en een haas in ons.

Wanneer mijn tempo traag is, gaat alles doordacht. En dat kost tijd. Dit kan te maken hebben met efficiëntie, want ik doe het liever in 1x goed. Of soms moeten puzzelstukjes in mijn hoofd wat langer schuiven, omdat de puzzel nog niet zichtbaar is. En ik vind dat in beide gevallen goed.

Het wordt pas lastig als ik word opgejut. Dan gaat het ook mis. Ik vergeet dingen en de puzzelstukjes passen niet meer. Een onafgemaakte puzzel en voor mijn gevoel moet ik gokken wat erop staat.

Het geeft soms een error.

Snelheid overkomt mij als ik iets zat ben. Ik heb er een poosje naar zitten kijken. Of dit nu een situatie is of troep die opgeruimd moet worden. Het einddoel is dan al in zicht. En alsof het fluitsignaal al bijna gaat, ga ik als een malle erdoorheen.

Tsja…

Je blijft ook gewoon een mens.

Over het algemeen ben ik doordacht. Over de dingen die ik zeg of in mijn werk.

Thuis en in mijn “veilige” omgeving ben ik impulsiever. Samen met een flinke intuïtie bepaalt dit (o.a.) mijn karakter.

En dat ben ik.

Onkruid water geven…

In een mooie bloementuin verzorg je de bloemen meestal met zorg. Je geeft aandacht door water te geven, verdorde bloemen weg te halen en door te genieten van al het moois wat ze je daarvoor terug geven. Onkruid haal je meestal weg en geef je al helemaal geen water.

Althans…

Dat zou je zeggen.

Nu is het zo, alles wat je aandacht geeft groeit. Kijk maar eens naar de mensen met de mooiste tuinen. De planten krijgen daar de meeste zorg en aandacht.

De sfeer is sereen.

Dit doet mij deze week denken aan mijn “innerlijke” bloementuin. Want die zou ik ook zo moeten behandelen als mijn fysieke bloementuin.

Er valt mij deze week een patroon op. Altijd zijn er mensen om je heen. De een geeft je wat meer aandacht dan de ander. Van de een kan je dat hebben en van de ander wat minder. Voor je gevoel geef je jezelf altijd voor de volle 100 %. Ik merk, bij sommige, een patroon van respons met 0%.

Dat is best confronterend. Het gekke eraan is dat ik dit wel wist. Het zijn bepaalde personen die niet zo met je bezig zijn. Alleen wil jij wel heel attent blijven en vaak vragen hoe het met hun gaat.

Het brengt mij niets meer dan negatieve energie ofwel, twijfels over mezelf. Waarom stop je hiermee dan niet gewoon? Het is een vraagstuk die ik mezelf mag voorleggen.

Onkruid geef je in je tuin ook geen water. Waarom zou ik dit in mijn “innerlijke” bloementuin dan wel doen? Hierdoor gaat het alleen maar woekeren en overschaduwt het de mooie bloemen die hierdoor geen aandacht krijgen.

Alles is een keuze. Geef je alles water of alleen je mooie bloemen? Ken je de term; “onkruid vergaat niet”

En dat klopt.

Ik ga voor de bloemen.

De buidel van de kangoeroe…

Deze week maak ik rare sprongen. Mijn energielevel lijkt deze week hoger dan normaal. En het brengt mij naar een andere realiteit.

Een realiteit waarin alles mogelijk is en tijd in overvloed. En dat terwijl je het gevoel hebt geborgen te zijn in een warme veilige buidel. Van “hot naar her” spring je van het ene moment naar het andere.

En het blijft goed voelen.

In werkelijkheid is het mijn eigen lichaam die ineens een “boost” heeft gekregen.

Nou…

Ik heb deze energie in ieder geval gemist. Eigenlijk zou ik hem diep in mijn buidel willen verstoppen en hem helemaal voor mezelf houden. Maar helaas werkt het zo niet.

Dus genieten van HET moment. Zoals je eigenlijk altijd moet doen 😉

Ik denk aan de buidel van de Kangoeroe. Hij sleept mij overal naartoe. Ik beleef de mooiste dingen, kan alles doen en wordt niet moe.

Veilig in mijn eigen lichaam, zit ik goed in in mijn vel.

Breek een ei…

Inspiratie in een ei, maar de schil wil niet breken.

Vandaag was ik in een kringloopwinkel. Even lekker struinen op zoek naar kleine schatten. Ik vind het heerlijk om tussen de oude spulletjes te snuffelen en te bedenken wat ik een tweede leven kan geven.

Soms heb je geluk en zijn er prachtige dingen. Het kan van bijna antiek tot hypermodern zijn. Mensen doen heel wat weg.

Vandaag heb ik een flesje gekocht. Wat het is geweest, geen idee. Het kan een limonadeflesje zijn geweest of een bierflesje. Maar hij trok mijn aandacht. En heeft mooie versiersels in zijn fles gebrand staan.

Hij gaat mee naar huis.

Thuis heb ik op zolder een kamer voor mezelf ingericht. Ik had hem al een beetje ingericht en de sfeer is heerlijk.

Alleen… Kwam ik er nooit.

Sinds vorige week heb ik er al mijn creatieve spullen in gesleept.

Nu voelt het af. En die fles past er mooi bij. Wat voor functie dat hij gaat krijgen, weet ik nog niet.

Maar het voelt als meer inspiratie. De fles bruist.

Als ik nu op die kamer kom, wil ik blijven. Iets schilderen, tekenen of mijn creatieve brein laten borrelen met nieuwe ideeën om uit te voeren.

Het ei is uitgekomen.

Vrijheid…

Een paar dagen vrij van het werk. Het voelt als een minivakantie. Ik heb het goed gepland, tussen goede vrijdag en Pasen in. Hierdoor heb ik langer vrij en kost het mij amper dagen.

Afgezien van Pasen moesten de kinderen gewoon naar school. Voor mij is dit de eerste keer dat ik anderhalve week vrij ben, terwijl iedereen werkt en naar school is.

Best lekker.

In mijn eerste week heb ik gewinkeld. Op afspraak zoals dat tegenwoordig moet, maar het was weer heerlijk als vanouds. Al was het wel “klokkenwerk” om overal op tijd te komen en op tijd iets te vinden in de winkel.

Laten we dan ook maar niet over het passen in kleedhokjes beginnen 😉

In de tweede week ben ik in handen van Koning Winter. Hij speelt met de wind, hagel en de sneeuw. Hij vergeet zelfs de koude regen niet. Af en toe mag de zon van hem schijnen.

In april is alles nog mogelijk. En dat hebben we deze week allemaal gezien.

Het legde letterlijk een dekentje over al mijn plannen in mijn vrije week. Het is plannen wijzigen of overgeven.

Ik kies het laatste.

Het is niet erg dat het weer niet meewerkt. Ik kan ook uitrusten op een andere manier. En dat is al omdat ik niets hoef. Ik moet deze periode niets, behalve zorgen dat mijn thuisfront te eten krijgt.

En dat is al een zegen.

Ik moet denken aan een filosofie schoolopdracht van mijn zoon. Hij moest omschrijven en definiëren wat, voor hem, vrijheid betekent.

Niet iedereen zal dit hetzelfde omschrijven. Dit komt omdat we ieder een eigen leven leiden, beleven en in andere omstandigheden opgroeien.

In deze minivakantie ervaar ik vrijheid als;

Niets moet en alles kan.

In het licht staan…

Je zwemt in een diepe oceaan. Wanhopig kijk je om je heen of je iemand kunt zien…maar helaas…je bent helemaal alleen.

Het leek wel of deze week een thema “onzichtbaarheid” in beeld wilde brengen. Op het werk hadden we eten besteld. De bestelling had ik doorgegeven en het eten in ontvangst genomen. Bij het uitdelen van de maaltijd ontbrak mijn avondeten. Het is wat het is en bel naar het restaurant voor mijn ontbrekende maaltijd.

Gisteren waren we bij mijn ouders en bestelde eten. Nu voel je hem al aankomen… En inderdaad, na het uitdelen ontbrak mijn maaltijd.

In beide gevallen is het even balen en zeg ik zo snel mogelijk “geeft niet, het komt wel”.

En natuurlijk maakt het niet uit. Maar toch als ik mijn gehele week zo bekijkt, heb ik ’s avonds een beslissing genomen.

Het maakt wel uit!

Het ging niet alleen over het eten waar ik in gemist was. Maar ook bij andere waardevolle gesprekken werd ik niet gezien. Ik houd veel rekening met een ander en ik luister naar alles waar iemand mee zit.

En in hun behoeften… cijfer ik mezelf totaal weg.

Dat moet anders.

Ik mag ook zeker een mening hebben, een verhaal, een persoonlijkheid. Net als ieder ander.

Zonder in te vullen wat die ander mogelijk wel of niet van mij vindt.

Het klinkt heel sterk.

Maar eigenlijk is het een onzekerheid die vastgeketend zit in mijn lichaam.

En ik bang ben voor wat er kan gaan komen, als ik de sleutel van het slot draai.

Ritme…

Deze week was anders dan anders. Eigenlijk was hij gewoon hectisch. Voor mijn werk hadden we drie dagen lang een ander programma. Een programma wat normaal gesproken maar 1 of 2 keer per jaar is en op 1 dag. Nu waren het drie dagen achter elkaar.

Voor deze dagen moest ik een hoop informatie weten. Het lukte mij niet om er structuur in aan te brengen zodat ik het beter kon onthouden. Iets wat mij normaal gesproken een stuk makkelijker af gaat.

Dit gaf stress.

Om alles klaar te maken voor deze drie dagen hebben we de dag daarvoor ’s avonds doorgewerkt. Hierna startte de eerste dag. Mijn wekker stond anderhalf uur eerder en in de avond moest ik weer naar kantoor om zaken af te sluiten.

Ik was moe. En dit was pas de eerste dag.

Ik sliep slecht omdat ik de volgende ochtend weer vroeger dan normaal op kantoor moest zijn. Verslapen doe ik nooit, maar op de 1 of andere manier was ik ontzettend bang dat ik me zou verslapen. Slapen was daarom lastig.

Op dag drie zou het meeste gebeuren. In de ochtend kwam ik op kantoor en keek in de spiegel.

Wow…

Het was alsof ik de hele nacht had gehuild. Zulke dikke ogen.

Aan de gang dan maar. Doorgaan in het programma.

Deze dag was veel en lang. De informatie die mij die dag en de dagen daarvoor overspoelde hadden een verstopping gecreëerd in mijn hersenen.

In de avond kwam ook niets meer binnen. Na een dag van 19 uur was het klaar en kon ik naar huis. Naar bed.

De volgende dag was ik een dweil. Zo’n vieze natte dweil die veel te lang in de kast had gestaan. De rest van de week ben ik geïrriteerd. Geen zin in mensen, geen zin in bellen of appjes. Geen zin in niets. En een heel kort lontje.

Het was simpelweg gewoon teveel. De afwijking van mijn normale ritme, de informatiestroom, de hoge lat die ik mezelf aan meet, het was te veel.

Ik had alles gegeven.

Zoveel, dat ik zelf niets meer had.

Soms kun je er niets aan doen, omdat het bijvoorbeeld bij je werk hoort. Maar een dosering in wat je geeft, is soms wel handig. Het is knap lastig als je door moet en moet afwijken van je normale patroon.

En eigenlijk wil ik gewoon graag mee doen.

Verstilling en snelheid…

Verstilling en snelheid lijken niet samen te kunnen. En toch is niets minder waar.

Deze tijd waar we in zitten daagt me uit. Hij kan mij gek maken, boos en verdrietig. Dagen vliegen voorbij, zonder dat je het gevoel hebt dat je geleefd hebt. Ik word geleefd door de dag en niet andersom.

Best jammer.

Maar dit doe ik zelf en dat zal voor een ander niet anders zijn. De kunst is om daar achter te komen en er wat mee te doen.

Dat vasthouden is daarna nog belangrijker.

Gelukkig heb ik van die dagen met openbaringen. De filosofie van het leven drijft dan als een luchtbel naar de oppervlakte. Hij zit vol met wijze inzichten die ik elk moment van de dag kan inzetten. Als ik het maar wil.

Hoe erg is het om nu legitiem uit het raam te kijken naar de wind door de bomen? Gewoon omdat je nu toch niets te doen hebt? Of eindelijk die stapels tijdschriften op je bed uit te pluizen en wensenlijstjes te maken voor de toekomst?

Ze klinken voor een ander misschien heel suf en soms voor mezelf ook. Maar als ik het doe… Vind ik het heel erg fijn.

En dat is nu juist de bedoeling.

Dat je dingen doet die je leuk vindt. Het is de combinatie van bezigheden, ontspanning en lol die je zelf kunt maken en moet creëren.

1 ding is zeker.

Als je niets doet, gebeurd er ook niets. Maar ook dan… kun je nog steeds heel veel zien waar je anders geen oog voor had.

Snelheid heeft maar 1 voordeel.

Vandaag is het zondag, maar morgen is het al weer bijna weekend 😉

Anxiety and fear…

Of je nu ook gevoeliger bent voor angst, het zal best. Mijn grootste angst wil ik niet eens beschrijven, niet uitspreken of gestalte geven. Naast deze angst is er ook angst voor angst hebben. Of het nu een sociale angst, pleinvrees of claustrofobie is, ik ken er echt veel te veel.

Al die angsten samen hebben 1 gemene deler; “ze smaken bitter vies”. Ze kleven als een vies snoepje aan je vast, waarvan je de smaak maar niet uit je mond krijgt. En op de een of andere manier worden ze overal aangeboden of liggen ze zomaar op de grond.

Ja, eigenlijk is het daar waar ze horen, op de grond.

Want ze brengen je nergens.

Verlegenheid is bij mij een vriendinnetje van angst. Ze kunnen echt heel goed samen en ze houden elkaar in stand. Niet dat ze samen heersen, nee ze zijn gewoon aanwezig.

Gisteren kwamen ze sterk naar boven en het liefste zou ik dan schuilen in de armen van “kom maar, ik los het wel voor je op”. Maar ik wilde iets en dan moet je het zelf doen (vind ik zelf).

Ik heb mezelf geholpen door niet teveel te denken en gewoon te doen. Wat kan er mis gaan? En wordt je opgegeten?

Nee dus!

Ik heb het gedaan, ben gegaan, was in gesprek en heb mijn wensen verteld.

Op dat soort momenten komt er veel op me af. Maar ik ben mezelf gebleven en weet je…

Dat ging best goed!

Moraal van het verhaal…

Ik weet dat angsten echt heel erg kunnen zijn en dit was maar een kleintje. Maar als je angst je gevangen houdt, zal het groeien tot een reusachtig monster.

Het huis…

Op mijn favoriete fietsroute staat een oud huis. Eigenlijk is het een ruïne of misschien een oude schuur geweest, maar het trekt mij altijd aan. Als ik voorbij fiets, is het een somber gezicht. Hij staat helemaal alleen in de wijde omtrek.

Zijn bakstenen zijn donker, ramen zonder glas of kozijnen en het dak is hij verloren. Hij stond in een tijd die er nu niet meer is. Zijn tijd en zijn geschiedenis is gemaakt. Het is een trieste bedoeling.

En toch…

Blijf ik het bewonderen.

Hij staat in de weilanden in een zijroute. Ik ben er weleens naar toe gefietst en stil gestaan. Ik had hem helemaal in me opgenomen en bedacht hoe hij er in “zijn” tijd uit had gezien. Wie bij hem mocht wonen of wat hij mocht beschermen.

Gewoon bijzonder.

En dat blijft hij. Elke keer weer.

Het is een kijkje in het verleden en hoever dat ligt, doet er niet heel veel toe. Zijn skelet heeft het huis gedragen en dit is als enigste nog over. Hij heeft zichtbaar veel meegemaakt.

Ik denk aan mijn eigen skelet en hoe belangrijk de stevigheid daarvan is. Mijn lichaam en skelet is mijn huisje.