Winterklaar…

De tuin moest eraan geloven.
De kapper is gekomen.

Hoewel ik de kapper was, had ik oog voor alles en iedereen 🙂

De natuur staat stil en kruipt in zijn schulp.
En daar sta ik dan.
Met een spade en een schaar.
Hier en daar knip ik oude takken af en oude pollen worden gescheurd.
Overtollig gevallen blad gaat weg, hup… alles in de kliko.

En dan zie ik dat het niet voor iedereen prettig is.

Slakken en spinnen verliezen hun huis.
Het veilige plekje is weg en dan liggen ze ook nog in een kliko.

Hmmm…

Ik laat de kliko open zodat ze eruit kunnen.

Dan…

De spade in de grond.
Wormen woelen uit de aarde en ik kan niet verder spitten.
Ik moet ze eerst “redden” en verplaats ze veilig verder op.

Als een echte kapper veeg ik al het geknipte en oude blad bij elkaar.
En voordat het in de kliko gaat, ligt het in een grote bak.

In de bak ritselen de bladeren en zie een kleine kikker die eruit wil.
Ik haal hem eruit en zet hem terug in de tuin.

Dan de stoep schoon spuiten want een troep maak ik altijd.
Zelfs daar presteren de wormen het om boven te komen!

Zucht…dus weer verzamel ik en verplaats ze.

De tuin doen vind ik heerlijk. Het duurt alleen een beetje langer.
Te veel dieren…
Ook al zijn ze klein.
Ik kan niet doen alsof ze er niet zijn.

Mijmeringen of herinneringen…

Ik heb ooit iemand horen zeggen;
Wanneer je foto’s maakt en bekijkt, laat je het verleden niet los.
Zelf…was ik het daar niet mee eens, maar zei niets.

Mijn telefoon was kapot gevallen.
Hij is al vaker uit mijn handen gevallen.
Waarschijnlijk omdat ik meerdere dingen aan het doen was.

Maar nu… was het echt klaar.

Scherm kapot en hij deed niets meer.
Gelukkig had ik nog een oude mobiel liggen en daar de SIM ingezet.

Op mijn oude telefoon zitten een hele hoop oude foto’s.
Ik scroll er doorheen.

Wat een herinneringen!

Sommige foto momenten lijken als gisteren.
Terwijl ze echt lang geleden zijn.
Leuke en grappige momenten.
Dierbare momenten.
Mijlpalen.

In elke foto voel ik het moment waarop ik hem nam.
Hoe we toen waren.
Wat we deden.
Waar we waren.

De tijd gaat snel.
Zonder dat je het in de gaten hebt, sluipt hij zachtjes voorbij.

Voor mij is zo’n terugblik in het verleden een besef.
Een gevoel.

Maar ook…wat een reis ben ik aan het maken…

Dus ja…

Wat die ander zei klopte gedeeltelijk.
Wanneer ik foto’s bekijk, ga ik even terug in het verleden.
Ik voel, weet en ben weer helemaal in dat moment.
Maar ook hoe je daar nu tegen aan kijkt.

Of dat iets te maken heeft met niet willen loslaten?
Geen idee.

Maar de herinneringen die je oprakelt is weer een moment van besef.
Maak mooie herinneringen.

De put…

Deze week werkt mijn lichaam en geest niet zo lekker samen.
En die samenwerking is essentieel voor een goede functionering.
Wanneer lichaam of geest even niet kan, merk je dat gelijk.
Maar als ze beiden afwijkend gedrag vertonen…dan weet ik het ook even niet.

Nou ja…
Ik weet het wel.

Ik wil gewoon dat alles normaal gaat en dat ik nergens last van heb.
Maar dat blijkt teveel gevraagd.

Want je lichaam doet natuurlijk niet wat jij wilt.
Maar ook de omstandigheden heb je niet altijd in de hand.
En die zijn voor mij vaak bepalend.

En deze week…
Heb ik volgens mij niets in de hand.

Ik wacht op iets wat misschien wel nooit gaat gebeuren.
Mensen zeggen van wel, maar ik heb daar niets aan.
Het gaat over mij en niet over hun.
Onzekerheid en hoop.

Gek word ik ervan.
Ik voel me machteloos en hulpeloos.

Het lijkt alsof je in een diepe put bent gevallen en de randen te glibberig zijn om eruit te komen.
En wanneer je het probeert, want opgeven vind ik een vies woord, val je nog harder naar beneden.

Mijn lijf laat mij voelen hoe ik met mijn lichaam omga.
Waarschijnlijk niet goed, want het doet pijn.

Ja…
Deze week ben ik in die put gevallen.
Ik wil er zelf uit klimmen, maar het lukt niet.
Ik moet wachten.
Wachten op hulp.
Wachten tot er een touw naar beneden gegooid wordt.

Afhankelijk zijn van iemand anders en geen controle hebben over mijn eigen situatie.
Vreselijk.

Maar ik hoop dat snel het gouden koord wordt uitgegooid.
Want diep in die put…
Daar hoor ik niet.

Mijnheer meneer…

Vandaag zag ik een oudere man die ik al een tijd niet had gezien.
Daar liep hij met een wandelstok om zichzelf steun te geven.
Nog steeds even aardig en dat straalt hij uit. 
Engelen geduld als hij lang moet wachten.
En de rust die in zijn aura hangt is voelbaar.

Als een echte mijnheer.

Het is op mijn werk waar deze man wekelijks spullen komt halen.
En deze type man, doet mij denken aan een soort gelijk iemand.

Die meneer was een oude man en ook vaak op mijn werk.
Bijna dagelijks kwam hij documenten brengen en halen.

Mijn collega’s hadden eerder dan ik door dat hij er was.
En waren dan heel druk met wat anders.
Hij praatte zoveel en lang, hoorde ik van hen.

Ik hielp hem vaak en luisterde.
Hij vertelde heel veel.
Maar wat hij vertelde, boeide mij ook.

Hij had veel bewondering en verwondering.
Hoe kon het dat…
Wat zou…
Toen dat…

Ik was altijd geboeid met wat hij vertelde of wat hij zich afvroeg.
Maar ik kon natuurlijk niet te lang luisteren.
Het werk riep ook.

Maar er was altijd 1 zinnetje wat mij altijd bij is gebleven.
“ik ben zo benieuwd naar wat hierna is”

Hij is daar achter gekomen.

Na een kort ziekbed is hij overleden.
Op de rouwkaart stond helemaal bovenaan 1 zin;

“ik ben zo benieuwd naar wat hierna is”

In de rij…

Het is ochtend en heb de kinderen net naar school gebracht.
Ik ga nog even naar de winkel om wat lekkers voor onze lunch te halen.

In een heerlijke ochtend roes zeg ik goedemorgen tegen de brood mevrouw en de groenten meneer.

Rustig aan schuif ik in de rij bij de kassa.
In een kassa rij staan we allen met onze eigen gedachten, onze eigen dilemma’s of leuke bezigheden die we gaan doen die dag.

Ik houd altijd afstand tussen mijn voorganger, zeker als hij gaat pinnen.
Of leg netjes een bordje op de loopband zodat mijn achterganger weet dat hij zijn boodschappen neer kan leggen.
Een beetje rekening houden met elkaar zeg maar.

Maar goed.
Ik sta in de rij.

Opeens voel ik mijn achterganger letterlijk tegen mij aan stoten.
Ik kijk achterom.
En daar zit een man in een scootmobiel.
Okee…kan gebeuren denk ik…

Mijn voorganger rekent af.
Ik wacht af en houd afstand.

Opeens hoor ik achter mij;
“Hallo…kan je even doorlopen want dan kan ik mijn boodschappen neerleggen”

Nu was het zo dat zijn scootmobiel zo groot was dat het de hele kassa in beslag nam.
En ik niet dichter naar mijn voorganger kon stappen zonder in zijn “privé pin ruimte” kon staan.
En hij nog LANG niet aan de beurt was…

Kijk ik om.

Ik zeg niets en kijk zelfs of ik toch nog meer ruimte kan maken om te voorzien in zijn behoefte.

Maar er gaat van alles door mijn hoofd.

Ik ga naar huis.
Verbaasd en beduusd.
En heb daar nog een uur last van gehad.

Ik snap het niet.
Ik hield rekening met iedereen. Tenminste…dat was wat ik dacht dat ik deed.
Waarom doet zo’n man dan zo?

Raar…

Op zo’n moment overrompeld het mij en zeg ik niets.
Ik heb geleerd om niet te reageren. Maar inhouden is ook niet goed.

Mensen hoef je niet op te voeden en zullen dan ook niet luisteren.
Iedereen is verantwoordelijk voor zichzelf.

Het zal zijn gebrek zijn geweest aan geduld, goede communicatie of vrok.

Het is niet van mij.
Maar alles van hem, diegene.
En niet van mij.

De Savanne…

Ik zit vaak in overleg.
Zoals vandaag en morgen.
En regelmatig heb je in de vergadering een verdeeldheid, met veel ego’s.

Elk persoon in een overleg heeft een toegevoegde waarde.
Alleen…
Diegene die het meest praten, willen de “stillere” mensen meer horen.

Ja!
Dat snap ik…

Maar dan moeten de praatgrage mensen je er wel tussen laten.

Het lijkt alsof mensen leeuwen worden en de sterkste zullen overwinnen.
En dat willen ze duidelijk laten horen.
Probeer daar maar als een bambi tussen te komen..

Er wordt vaak een hoop gepraat maar weinig gezegd.
Ik praat liever als het ertoe doet en straight to the point.
En anders niet.

Naast de leeuwen zijn er ook de bizons.
Ze zijn sterker en kunnen heel wat vertellen zonder veel te praten.

De leeuwen raken uitgeput in een “strijd” die nog niet gestreden is.
En druipen af.
Ze waren solo en werkten niet samen.

De bizon wint terrein en de bambi grijpt haar kans.

Samen met de bizon aan haar zijde vertellen ze hun visie op het verhaal en laten de leeuwen in verbazing achter.

Iets wat ze graag willen.
Een einde aan het gevecht omdat het een eindeloze strijd lijkt.

We hebben elkaar nodig.
Zonder de leeuwen geen strijd.
Zonder de bizon, geen wijsheid.
Zonder de bambi, geen besluit.

Orb…

Zaterdagavond.
We hebben een feestje.
Een 25 jaar huwelijksjubileum.

Mijn dochtertje zegt…dat kan toch niet?
Om acht uur is het donker.
Alsof de dag eindigt als het donker wordt.

Een heerlijke kijk op het leven door de ogen van een kind.

En in haar ogen klopt het natuurlijk.
Als zij naar bed gaat, is het immers donker.
En zo eindigt voor haar de dag.

Maar wij weten dat er een andere “dag” begint zodra het in het, zeker in het weekend, donker wordt.

Een belevenis voor kinderen.

In de auto zijn ze stil, kijkend naar de avond lucht die donker kleurt.
Als we aankomen is het donker en mensen zijn op pad.
We gaan de feestzaal binnen.

Van het donker in de auto naar de stille buitenlucht.
En dan in een keer sta je in een zaal vol disco licht en harde muziek.

Ik krimp ineen maar probeer het als normaal te aanvaarden.

Kinderen verbloemen vaak niets.
Ze laten het merken als ze iets niet leuk vinden en het maakt niets uit waar je bent of wie dat hoort.

De muziek is hard en mijn kinderen staan met de vingers in de oren.

En eigenlijk…hebben ze gelijk.

De muziek staat zo hard dat je moet schreeuwen in iemands oor.
De lichten dansen alle kanten op en ik ben blij dat ik zit.

~Waarschijnlijk heeft de DJ een gehoorbeschadiging~

De dansvloer is geopend en mensen dansen en dansen.
Wanneer je er tussen staat, gaat het goed.
Maar als je er doorheen loopt, voel je alle energieën tegen je aan botsen.
Alsof je niet in 1 rechte lijn kan lopen.
Maar dan niet van de drank.

Met zoveel prikkels heb je geen contact met jezelf.
Je omgeving vraagt constant je aandacht, maar je kan je nergens op focussen.
Om hier doorheen te komen, vraagt een tactiek die je je eigen moet maken.

Ik kan me blenden in de groep. Mijn groep is mijn gezin en de leuke familieleden.
De mooie muziek zonder het harde geluid.
Het is een soort orb en ik zit er middenin.

Ik sluit me af voor de rest.

De tijd is gekomen om te gaan.
We verlaten de warme en drukke zaal.
En ik mijn orb.

Buiten is het donker.
Stil.
Een briesje gaat langs me heen.
Subtiel en zacht.

Ja…

Als ik moest kiezen wist ik het wel.
Die drukte kan dan wel gezellig zijn.
Maar hier in de stilte heb ik contact met mezelf en alles om me heen.

Actief zen…

Sporten…

Elke week en jaren lang heb ik mezelf naar de sportschool gesleept.
En nu…was ik de weerstand zat.

In de sportschool lijkt er een vleeskeuring.
Testosteron vliegt je om je oren.
En de ene kan nog meer tillen dan de ander.

Dat waren een paar redenen waarom ik in de groepslessen zat.
Maar ook daar voelde ik me niet meer fijn.

Het enige wat voor mij opviel was;
“Kom op, ga door, nog even…”

Ja, nog even en ik kan niet meer.

Constant over je grens heen.

Nee…
Dat wil ik niet meer.
Niet tot het uiterste gaan, maar lief zijn voor mezelf.

Na vaak niet geweest te zijn.
Schuldgevoel omdat je eigenlijk WAT moet doen.
Heb ik mijn abonnement opgezegd.

Wat een bevrijding zeg!

Bij mij twee straten verder op is een yogacentrum.
Dat leek me wel wat en heb een proefles meegedaan.

Wat een verschil zeg.
Alles, maar dan ook alles is anders.
Zelfs de mensen die daar komen lijken anders.

Alles gaat met rust, de stem van de leidster, de muziek, de ruimte.
Zelfs de kussentjes ruiken naar lavendel.

En toch…

Wat moest mijn lichaam werken zeg.
Dan weet je hoe stijf je eigenlijk bent.
Het leek alsof ik nog nooit getraind had.

Ja…

Hier wordt ik blij van.
Ik heb hard gewerkt, maar ik ben niet moe.
Ik loop naar huis en de zon straalt.
Mijn lichaam voelt dat hij heeft gewerkt, maar hij draagt mij die dag op handen.

Het konijnenhol…

Groei en inzicht.
Misschien heeft het helemaal niets met elkaar te maken.
En misschien wel alles.

Maar hoe kunnen we groeien zonder dat we een stap wagen.
Hoe kan je groeien als je op jouw veilige pad blijft.
Het pad wat bekend en vertrouwd is.

Voor mij is het vertrouwde pad veilig.
Ik weet precies hoe het loopt, waar het eindigt en waar de hobbels zitten.
Ik kan op dit pad bewegen in mijn eigen tempo.

Misschien wel met mijn ogen dicht.

Saai?

Nee, dat denk ik niet.

Ik blijf mooie dingen zien en geniet van alles wat ik op dat pad tegen kom.

Maar…

Op dat pad heb je ontmoetingen of uitdagingen die je mee kunnen nemen naar een ander pad.
Aan jou is dan een keus…

Ga je er achteraan of blijf je staan?

Natuurlijk is dat eng of spannend. Het is immers een nieuwe weg, die je helemaal niet kent.
Je denkt dat je niet op jezelf kan vertrouwen omdat je hem nog nooit hebt bewandeld.
En misschien vindt je het oude pad niet meer terug.

Maar je kan meer dan dat je denkt.

Hoe hard je wilt lopen is aan jou.
Ontdek hoe anders dit pad is en wat het jou brengt.

Als ik kijk naar de afgelopen twee jaar, heb ik niet voor de bekende weg gekozen.
Afgeweken van mijn pad, mijn veilige weg.

Het was spannend en het voelde als Alice in Wonderland.
Diep in het konijnenhol.
Eerst vallend.
En toen verbaasd.

Langzaam zag ik de realiteit.
Mijn realiteit was niet realistisch. Het is maar wat je wilt zien en niet hoe het echt is.
Het heeft te maken met hoe ik het ervaar.
Het zei heel veel over mezelf.

Ik kon meer dan dat ik dacht.

Groei.
Dit doe je op verschillende manieren.
Maar ik vond, na vele inzichten, een koekje op dat nieuwe pad.

Ik las “Eet mij”.
En ik groeide.

Smakelijk geheugen…

Het weekend is bijna om.
Altijd veel te snel.
Gisteren een volle dag en daardoor ging hij te snel voorbij.

Het was een dag van boodschapje hier, boodschapje daar.
Een sport activiteit van zoon.
En toch voelde het als een relaxte dag.

Vandaag even op visite en het weekend is alweer voorbij.

Morgen is het maandag en dan wordt er vaak gevraagd;
“Hoe was je weekend”?

Op dat moment gebeurd er niets in mijn hoofd.
Althans…zo lijkt het.

Want, zoals ik het je nu kan vertellen, lijkt dat morgen in mijn hoofd opgegeten.
Het lijkt, alsof ik aan de overblijfselen in mijn hoofd, moet ontdekken wat ik in het weekend heb gedaan.

Alleen maar restjes.

Na lang nadenken weet ik wat te vertellen.
En meestal sla ik de helft over.

Je zou kunnen denken dat je dan in het hier en nu leeft.
En niet denk aan gisteren.

Ha!

Wist ik maar hoe ik dat moest doen.

Nee…dat is het niet.

In mijn hoofd zitten zoveel beelden, gebeurtenissen, oplossingen, mogelijke moeilijkheden die allemaal gehoord willen worden.
En ze hebben allemaal haast.

Ik ben blij als ik even niets meer weet.
Wat een zaligheid is dat zeg!
Geen zorgen, geen haast, geen stress om iets wat je toch niet in de hand hebt.

Misschien…
Vind iets in mij… mijn korte termijn geheugen lekker.
Op zondagavond ga ik namelijk vroeg naar bed.

Waarschijnlijk heeft ie dan genoeg tijd om al mijn gebeurtenissen op te eten 😉