Practical Dancing…

Ik dans heel graag. Maar dan wel op muziek die ik echt mooi vind. In mijn sportschool geven ze zumba. Gelukkig niet de normale zumba, deze heeft echt goede ritmische muziek.

Als ik daar dans word ik blij. Opgetild door de muziek die mij als een veertje laat bewegen op de maat van de muziek.

Bewegingen die je normaal gesproken niet zou maken of het liefst niet zichtbaar maakt voor anderen. Maar als ik daar dans…

Dan dans ik.

En toen kwam de lockdown.

Pats.

Alles (weer) dicht.

Ik ging best vaak en nu… Is de muziek weg. Want dit kun je niet thuis doen. Alles is zo anders. Het is de muziek, de ruimte, de lichten, de mensen, de gelijkgestemden waar je enthousiast van wordt.

Vorige week kreeg ik een berichtje van “mijn zumba juf”. Of ik mee wilde dansen in een filmpje voor de sportschool op hun pagina.

Nou…

Daar hoefde ik niet over na te denken.

Ja, natuurlijk!

Normaal gesproken zou ik dit zo spannend hebben gevonden. Of dat ik niet zo goed zou durven. Maar nog een kans om te dansen…

Ik was vereerd.

Dat mijn rug op dat moment aan diggelen lag, had ik maar even niet genoemd.

Na heel veel stretch oefeningen en paracetamols ging het elke dag beter. En op de dag van het filmpje ging het redelijk goed. Op een paar bewegingen na.

Ik heb gedanst en was in een andere wereld. Dit was mijn danswereld. Mijn uurtje van ‘niets aan je hoofd hebben’ en alleen te bewegen op de maat van de muziek. Met heel mijn hart.

Wat had ik het gemist.

Na de les zweefde ik naar buiten en heb de hele avond de veertjes onder mijn voeten gevoeld.

Lost of things…

Je lijkt iets kwijt te zijn. Of is de wereld iets verloren? Af en toe snap ik het gewoon niet meer. Wat is er aan de hand? Kom ik dan echt van die andere planeet?

Het zijn gevoelens waar ik in deze tijd niet graag over praat of schrijf. Ik was al gewend dat ik niet altijd alles kon vertellen aan iedereen. Want ik ben graag eerlijk en vertel hoe ik iets voel. Maar vaak zit daar niet iedereen op te wachten.

Soms lijkt het net alsof mensen willen dat je met ze meepraat en niet jouw inzicht willen horen. Zeker niet jouw verhaal. Dan hebben ze ineens geen tijd of aandacht. Ze doen dan net alsof ze luisteren, maar ik voel dat het koord verbroken is en dat de aandacht van een ander liever speelt met zijn of haar eigen gedachten.

Prima.

Soms vertel ik het dan toch snel in een korte versie. En soms ben ik dan klaar met het gesprek.

Tenminste… Met mijn gesprek.

Met wat nu in de wereld leeft, lijkt niet alleen een virus. Het lijkt meer op een monster die in de kast van ieder huis woont. Het monster lijkt veel invloed te hebben op het gedrag van de mensen. En ze zien alleen het monster.

Sommige mensen hebben geen monster in de kast of leven ermee samen. Anderen begrijpen dat niet, want het monster bestaat en daar moet je bang voor zijn. De discussie of je nu wel of niet een monster in je kast hebt of dat je ermee samenleeft lijkt een nieuw monster te creƫren. Maar dan tussen de mensen in. En tegenover elkaar. Het steekt ogen uit en prikt gevoelens lek.

We zijn iets kwijt en dat ligt niet in de kast.

Het ligt gewoon naast ons. Door te kijken en in te leven in de ander. Laten we de vergeten mensen weer hun stem teruggeven. Kinderen te geven wat ze hadden. En monsters erkennen, maar geen hoofdrol geven.

Geaaid worden…

In twee verschillende werkdagen heb ik twee totaal andere ervaringen gehad. Het lijkt niet zo bijzonder, maar het zijn ervaringen die je toch ietsjes aandacht mag geven.

Ik vind mijn werk leuk en heb leuke collega’s. Natuurlijk hebben we wel eens wat, maar dat is in een goed huwelijk ook. Afgelopen vrijdag had ik een gesprek met een collega. En dit gesprek verliep niet helemaal lekker. Ik merkte aan mijn emoties dat ik blijkbaar ergens last van had.

Ik heb nog wel eens de illusie dat ik de huid van een olifant heb. Ik verzeker mijn collega’s dan ook dat ik echt wel ergens tegen kan en dat ze niet voorzichtig met mij hoeven te zijn.

Op dat moment voelt dat dan ook echt zo. Knap he.

Nou…

Die woorden kan ik in ieder geval goed uitspreken.

Want in dat gesprek, kwamen de woorden en zinnen uit de mond van die onbewuste collega rechtstreeks in mijn bloedbaan.

Wat nou “dikke huid”.

En ik vond er ook gelijk echt wat van. Er zat blijkbaar al wat te “pratten” en dit is het risico van niet praten. Maar ook zeker je voordoen, wie je werkelijk niet ben.

Eigenlijk ben ik een klein muisje met af en toe een grote mond die bij de kudde olifanten wil horen.

~Ik blijk toch af en toe geaaid te willen worden~

Zucht.

Blijkbaar voelen mensen ook wel aan hoe je een beetje in elkaar steekt. En dat brengt ook mooie gesprekken op je pad. Vaak help je mensen, gewoon door te luisteren. En te zijn wie je bent.

Met mijn muizenoortjes heb ik vandaag met veel aandacht geluisterd. Geluisterd naar de collega’s die het even nodig hadden. Het is fijn om er even te kunnen zijn voor diegene. Aandacht voor het verhaal en het gevoel.

Zo zie je maar.

Iedereen wil af en toe geaaid worden. Een beetje liefde en aandacht doet groeien, ook als je het geeft.