We zijn in Duitsland en Ik sta op een berg.
Overal zie ik bergen en bossen met diepe dalen.
Ik kan van me af kijken en ik voel me ontzettend klein.
Ik ben nietig.
Het ego glijdt van mij af.
Dit voelt letterlijk als een bevrijding.
Alsof het ego je gevangen houdt.
Ik voel mij…
Een klein visje in die grote oceaan.
Of een kleine mier over die grote aarde.
Ik ben een klein onderdeel van alles en de wereld is groot.
Het maakt mij stil en helder.
Het waren maar een paar dagen, maar wat was het heerlijk.
In de auto op de terugweg kijk ik naar de wolken.
Verzonken in gedachten praat ik in mijn hoofd.
Ik realiseer me hoe dat gaat.
~achteraf~
De hele dag kan ik gesprekken voeren zonder dat ik er zichtbaar moe van wordt (of dat iemand mij hoort).
Het lijkt aan de buitenkant als dromen, maar van binnen ben ik druk in de weer.
Ik ben dan stil en dat wordt door anderen opgemerkt.
Jij bent altijd zo rustig zeggen ze dan.
Ja dat komt omdat ik van binnen druk aan het communiceren ben of alle indrukken aan het opnemen ben.
Weet je wel hoeveel dat is?
Waarschijnlijk niet denk ik dan.
Ook mijn belevingswereld neemt me mee.
Hij neemt mij mee in diepe ravijnen of naar de hoogste berg.
Hoog op die berg dichtbij de wolken. Ik zou erop springen of erdoor zwemmen.
Stukjes wolk wegblazen als schuim in mijn hand.
Ik zou neer dwarrelen naar die hoogste berg en kijken over het dal.
Ja mijn hoofd is ontzettend ruim, er kan een hoop in.
Ik denk weer terug aan die echte berg en kijk in het dal.
Ik ben nietig.
Het draait niet om jou.