(On)geleide projectielen…

De kinderen zijn niet heel klein meer.
En dat is tijdens het winkelen helemaal niet erg.
Je raakt ze niet kwijt en snappen waarom we winkelen (als het hun uitkomt).

Maar goed.

We zijn in een grote stad en ik wil graag een grote winkel in.
Nu noem ik geen namen, maar het is een ontzettend grote winkel met echt van alles.
Twee verdiepingen van kleren tot schoenen en van babykleertjes tot make-up.
Handig.
Want, ze hebben gewoon alles.

Ik had al een paar keer eerder gemerkt dat we hier nooit lang konden blijven.
En deed dat ook nooit.
Gewoon pakken wat ik zocht en gelijk afrekenen.

Maar deze dag viel mij overduidelijk op waarom.

We lopen de winkel binnen en gaan naar de kinderafdeling.
Daar ben ik op zoek naar een aantal dingen en kijk rond.
Ik voel me duizelig en gedesoriënteerd.
Opeens zie ik mijn zoon nergens en mijn dochtertje wordt super chagrijnig.

Mopperend vind ik hem tussen de kledingrekken.
Mijn man voelt zich weeïg en vraagt of ik wil opschieten.

En nu loopt mijn dochtertje alle kanten op.

Zucht.

Als een stel ongeleide projectielen schieten we door de winkel.
Op zoek naar ons doel.
Maar dit gaat niet vlekkeloos en worden hopeloos.

Al snel kijken man en ik kijken elkaar aan en we denken hetzelfde.

~Weg hier~

Op naar de kassa en naar buiten.

Het is nu overduidelijk.
Te veel van alles is ook niet goed.

Niet voor onze ogen en niet voor ons gevoel.

Buiten gekomen lijkt iedereen na vijf minuten weer normaal.
Ja ach…wat is normaal?
De ongeleide projectielen hebben weer een doel.

Zullen we een taartje eten?

Schone wereld…

Misschien is de titel een beetje overtrokken.
Want…een schone wereld? Misschien is dat gewoon niet haalbaar.
Maar zou het niet fijn zijn als het toch een beetje schoner wordt?
Al is het maar een heel klein beetje?

Sinds een week ben ik aan het wandelen.
We gaan namelijk binnenkort naar Engeland.
Daar gaan we ontzettend veel lopen.
En dan is het handig als je een beetje fit in de “beentjes” ben.

Nu vind ik lopen erg lekker.
Maar ik deed het voorheen nooit.
Met de hond kwamen we ook niet ver meer omdat ze zo oud was.

Dus was het lang geleden.

Maar wat is dat heerlijk zeg!
En flink doorstappen.

Ik pak de route in het veld achter de snelweg.
Hier is het stil en komen geen auto’s.
Aan beide kanten van de weg is een sloot.
En ik kan ver voor me uitkijken en over de weilanden.

Heerlijk!

Maar dan…
Zie ik afval.
Vele lege drinkflesjes geplet of gedeukt en ontelbare lege blikjes.
Mensen drinken niet alleen onderweg.
Nee…
Ze eten ook.

Verpakkingen van fastfood, lege wijnflessen en een melkfles liggen verlaten langs de kant.
Alsof er een feest is geweest en niemand heeft het opgeruimd.

Ik kijk naar de eenden die in de sloot zwemmen.
Ineens vind ik het minder fijn.

Het doet pijn dat die rotzooi achteloos wordt neergegooid.
Ik snap het gewoon niet.
Zelf deed ik het nooit, ook niet toen ik jong was.

Ik heb daar een week over nagedacht en vandaag deed ik er wat aan.
Vanavond heb ik een tas meegenomen en al het afval wat ik tegen kwam opgeruimd.

Ik vind het erg en heb altijd een keus.
Ik kan het proberen te negeren en niet naar de rommel kijken.
Of mijn handen uit de mouwen steken en het gewoon opruimen.

Want we kunnen wel allemaal denken…wat is het erg, maar het is niet van mij.
Maar dan verandert er nooit wat en wordt het alsmaar erger.
Als we het opruimen wordt het vast door iemand gezien.

Die gaat er over nadenken en hopelijk meer mensen.
Ik blijf dit in ieder geval doen.
Want ik vind die rommel nergens voor nodig en zou mezelf schamen als ik daar niets mee deed.