De filosoof…

Serieus.
Serieus, gek woord eigenlijk nu ik het opschrijf.

Innerlijk heel blij of gewoon serieus.
Wat is dat eigenlijk?
En wie heeft dat woord bedacht?

Misschien iemand die overal de lol van inziet 🙂

Ja…dat kan soms wel makkelijker zijn.

Ik denk veel.
En vaak serieus.
Zelfs het woord serieus klinkt dan raar.
Hoe het klinkt, de letters in deze volgorde en wie het betekenis heeft geveven.
Of… was de betekenis eerder en het woord later?

Soms lijk ik wel een filosoof!

Ik denk veel na…
Of dat goed is, weet ik niet.
Hierdoor zit je vaak in je hoofd.
Al kijk je door je denken wel op een andere manier.

Bijvoorbeeld.

Gisteren zag ik een vlek op de muur.
Maar wanneer ik er op een bepaalde manier naar keek, verdween de vlek.
Ik zag hem niet meer.
Alsof hij niet bestond.
Vreemd.
Hoe kan dat?
Nog een keer proberen.
Weer weg.

Ik denk dan…
Wat zouden wij nog meer niet zien?
Wat kunnen we nog meer zien?
Als we gewoon anders kijken?
Of de tijd nemen?

Ja…

Ik denk dat ik gewoon serieus over dingen nadenk.
Of mij dat serieus maakt?
Dat is aan de ander.

Ik heb er geen last van.
En haal mijn schouders op.

Alles of niets…

Het is nacht en ik lig op bed.
Eigenlijk zou ik moeten slapen, maar mijn gedachten denken daar anders over.

Ik lig stil, maar mijn hoofd is ontzettend in beweging.
Vandaag had ik plezier in mijn werk en zat in een giga flow.
Ik ging en ik ging… en kon amper stoppen.

Daar pluk ik nu de vruchten van.

Al dat harde werken in je hoofd…
Van hak op de tak…
Op bed…
Zet natuurlijk geen zoden aan de dijk 😉

Kennen jullie dat liedje…alles of niets?

Zo gaat het dan in mijn ritme.
Ik ga en ik ga.
Maar ik geniet ook en de dag is dan veel te kort.

Extremen.
Dat is geen vreemd woord.

Het kan maar zo zijn dat morgen een hele andere dag is.
En alles omgedraaid.

Genoeg zitten denken.

Dit opgeschreven te hebben hielp.

Ik plug uit.
Slapen.
Ik lig in mijn bed, ik voel mijn matras.
Ik ben hier.

En verder… verder helemaal niets.

Kijken en zien…

Ik hoor vaak, jij ziet ook niets…
Nee dat klopt.

Wanneer ik in mijn auto rijd, let ik op de weg.
Niet naar de mensen die ik eventueel zou kennen.

Maar wat ze niet zien…

Is dat ik tegelijkertijd alles zie en niet iedereen.

Van de week zat ik in de auto bij mijn zus.
We hadden een dagje gewinkeld.
Het was een regenachtige dag, maar we hadden het lekker gezellig gehad.

Op de terug weg reden we op een weg met vier rijbanen.
Deze banen werden onderbroken door stoplichten.
Ze stonden op groen en hoeven niet te stoppen.

Er fladdert een merel (ja ik herken de soorten 🙂  ) op de rijbaan links voor ons.
En toen ging het snel.

Mijn zus was aan het praten.
En ik zag die vogel.

Aan de linkerkant reed een auto ons heel hard voorbij.
De vogel vloog niet weg.
De auto remde niet.
Hij reed dwars…gewoon…zomaar over hem heen.


Ik slaak een kreet van schrik.
Van onbegrip dat iemand zoiets kan doen.
Omdat ik het zielig vind voor zo’n diertje.

Mijn zus schrikt van mij en vraagt wat er is.
Ik leg uit wat er gebeurde, want zij zag dit niet.
Ze lacht en dacht dat er heel wat gebeurde.

De vogel heeft het overleefd.
Zijn redding was dat hij precies tussen de vier wielen kwam EN bleef zitten.
Pardoes zat ie met zijn veren in de war op de rijbaan.

Ik hoop dat ie wel zo slim was om hierna weg te vliegen.