Vandaag fiets ik naar huis.
Het waait flink en het is koud.
Diep in mijn jas met teveel bagage trap ik na een werkdag naar huis.
Onderweg zink ik in gedachten.
Als een plons onder water.
De onderwater wereld.
Stiller dan de bovenwereld.
Het voelt alsof je hoofd in een grote glazen bol zit.
En alles bubbelt voorbij.
Auto’s razen om mij heen.
Fietsers fietsen voorbij.
De wind blaast om mij heen.
Maar ik voel niets.
Emoties zijn gedempt.
Geluiden zijn afwezig.
En gezichten vallen niet op.
Ik ben in mijn eigen wereld.
En dat voelt heerlijk.
In de onderwater wereld zie ik alles.
En hoor ik niets.
Ik registreer, maar verwerk niets.
Ik zweef op de fiets naar huis.
En tijd lijkt er niet te zijn.
Dit gevoel blijft tot ik thuis ben.
Vanaf het moment dat ik het hof op fiets, is mijn duikhelm weg.
De glazen bol is opgelost.
Niet meer nodig denk ik.
Het blijft een lekker gevoel.
Geen lawaai.
Geen gedachten.
Geen gevoelens.
Geen emoties.
Gewoon even niets.